Pesten

Pesten gebeurt op allerlei manieren. Bijvoorbeeld door iemand uit te schelden of buiten te sluiten. Maar ook door spullen af te pakken of stuk te maken. Door te stelen, iemand te achtervolgen of bedreigen. Of lichamelijk: door te duwen of te slaan.

Er is vaak één pestkop en een groepje jongeren dat meedoet, de meelopers. Pesten gebeurt op school, maar ook op de sportclub of in de buurt. Pesten is nooit goed.

Word je gepest? Dan voel je je verdrietig of boos. Soms durf je zelfs niet meer naar school te gaan. Je kan je eenzaam gaan voelen en minder vertrouwen krijgen in leeftijdsgenoten. Soms krijg je lichamelijke klachten, zoals buikpijn of hoofdpijn. Je kan er slechter van gaan slapen en daardoor heel vaak moe zijn.

Weet dat het niet aan jou ligt dat je gepest wordt. Blijf jezelf. Als je je anders gaat kleden of anders gaat doen, dan vinden de pesters wel iets anders om je mee te pesten.

Pesten houdt niet vanzelf op. Daarom hebben we op onze school een kwaliteitskaart 'pesten' opgesteld met daaraan gekoppeld een pestprotocol. Deze kwaliteitskaart en het protocol is te openen via de volgende link: 

Kwaliteitskaart 'Pesten' inclusief pestprotocol